Etappe 12: Over eigengereidheid, peloton versus politiek en de veilige sprinters bus.

Soms moet men de beslissing nemen om te stoppen, om op te houden met dat wat zich aan de horizon bevindt na te jagen. Dat is pijnlijk als je eigenlijk precies op de plek bent waar je thuis hoort, zoals Fabio Jakobsen, maar door tegenspoed de wedstrijd – tijdelijk in zijn geval, dat komt wel goed volgend seizoen bij de DSM ploeg – aan je voorbij moet laten gaan.

Als je talent en doorzettingsvermogen hebt, komt er vanzelf een volgende kans, een volgende competitie of wedstrijd. Natuurlijk kun je op verschillende manieren gedwongen worden om te stoppen, om medische redenen (na een val partij) en angst zou eigenlijk ook een reden moeten zijn, bijvoorbeeld als je gewoonweg onzeker met 80 kilometer per uur van berg af raast. Overmacht en vooral externe factoren zijn vaak een slechte raadgever om een “functie elders” te prefereren in plaats van de handschoen weer op te nemen en de volgende battle aan te gaan.

Het is een bijzonder slag mens, die individuen van wie de optelsom van talent, arbeidsethos, gedrevenheid en vooral eigengereidheid en zelfkennis leiden tot sublieme prestaties in verschillende disciplines. Van der Poel en Van Aert behoren echt tot die categorie terwijl daarnaast vele zich onterecht die verscheidenheid aan talent toedichten. Een goede diplomaat is helemaal niet automatisch een goede minister, een directeur van een hulpverleningsorganisatie is niet perse een goed mens en je kunt nog zo’n vooraanstaand wetenschapper zijn maar dat maakt je op voorhand al een beroerd politicus. Sprinters weten van zichzelf dat ze geen klimgeiten zijn en weten dat ze op hoge bergen altijd achter de feiten aan zullen moeten fietsen. De oplossing die men daarvoor uitvond is “de bus”, een tot elkaar veroordeelde selectie binnen het peloton waarbij de minst zwakke schakels zich ontfermen over zij die de dikke sprinters dijen over de cols moeten sleuren.

De “bus” is een veilige plek en een ieder die plaatsneemt behoort daar daadwerkelijk thuis. Anders dan, bijvoorbeeld op het Haagse pluche, is overlevingsstrijd, het ongemak en de soms letterlijke pijn, geen reden om de volgende dag niet weer precies hetzelfde te doen. Jasper Philipsen ploegt zich voort, de ene pedaaltrap na de andere, en komt, ondanks de persoonlijke haat-mails en bedreigingen, gewoon boven waar de bolletjesvlag hangt, stort zich daarna in een afdaling en trotseert de volgende berg, en de volgende. Nee, sprinters denken niet aan een “functie elders” als het even tegenzit en pijn doet. Dat komt omdat ze op hun plaats zijn, onderdeel uitmaken van het geheel. De doctor, de professor, de accountant en de diplomaat waren helemaal nooit op hun plaats. De toegeschreven multi-talenten waren slechts hautaine zelfoverschattingen en daarmee, hoe ongepast en vervelend ook, een magneet voor externe extremiteiten. 

Een wielrenner is onderdeel van het peloton, een politicus of volksvertegenwoordiger per definitie een onderdeel van de maatschappij. Gelijk een hardfietser de ongeschreven regels van het peloton dient te respecteren om anderen en zichzelf uit de gevarenzone te houden, dienen Haagse pluche zitters op hun schreden van extérieure adhesie met de samenleving terug te keren naar schuddende bodem, de verzakkende kanaal huizen, de aan hun lot overgelaten - en van degelijk pensioen beroofde - ouderen, de door de overheid ontvoerde kinderen die hun ouders al jaren niet hebben gezien, de door voedselbanken op te lossen hopeloosheid, de droge klei en de overstroomde rivierdelta van ongelijkheid. Demissionaire, of zoals uw verslaggever dat ziet, dementionaire, lieden voor wie de tijd, wachtgeld en toekomstige kansen alle wonden heelt. Waarbij de accountant gewoon weer overbetaald in de kasboeken duikt, de professor inmiddels hard moet bij-studeren (anderhalf jaar is een eeuwigheid in de wetenschap), de doctor gewoon weer doctors gaat managen, de diplomaat in volledige anonimiteit op een Jerusalem ’s terras kan overwegen of ze weer gaat doen waar ze ooit goed in was en waar de leraar weer gezellig voor de klas kan staan omdat hij zich nooit zorgen hoeft te maken over het leraren loon met het gespaarde kapitaal van 12 jaar onverantwoordelijk actief herinnering-loos groot doen. Nee, de wielrenner rust niet op z’n lauweren na een overwinning, hult zich niet in richtingloos freewheelen na een nederlaag. De wielrenner stapt de volgende dag weer op z’n carbon ros en gaat trainen zodat een volgende wedstrijd meer kansen biedt.

Van der Poel omschreef de start van de rit als “een gekkenhuis”. Maar ondanks zijn verre van volwaardige energie en kracht, besloot hij dat die stip aan de horizon het snelst te bereiken zou zijn door er voor te zorgen dat hij in de juiste ontsnapping zou plaatsnemen. Hij reed zelfs even weg van zijn medevluchters, miste bijna een bocht in de afdaling, maar de Nederlander kon het begrijpelijkerwijze niet uitzingen tot op de meet. Verkwistte energie zouden sommige belerend zeggen, niet begrijpende dat creëren van kansen (hoe dan klein ook), altijd een beter rendement geven dan initiatief-loos nergens aan beginnen, ook al is dat dan de prijs voor de meest aanvallende renner van de dag en krijg je de rode rugnummers die niet meer rood zijn opgespeld.

Het zou uiteindelijk de Bask Izagirre zijn die de laatste 25 kilometer in z’n eentje op kop zou sleuren en die ook moedige onderneming met verve tot een goed einde zou brengen. Zeven jaar na zijn eerste succes in de Ronde van Frankrijk, werd dit zijn tweede Tourritzege uit z’n carrière. Voor de ploeg Cofidis was het zo na de triomf van Victor Lafay in San Sebastian na vijftien jaar droogte al een tweede keer prijs dit jaar. Enkele minuten na Izagirre kwamen de klassementsmannen broederlijk samen over de finish.

Vingegaard begint zo morgen in het geel aan de etappe naar de Grand Colombier, waar ongetwijfeld een nieuw duel met Pogacar wacht. Uw onraadreporter hoopt echt dat de Jumbo ploeg Wilco Kelderman als “vooruit geschoven post” de berg op jaagt en dat vervolgens niemand hem meer ziet tot na de meet, maar het is Quatorze juillet, dus zullen de Franschen op de nationale feestdag extra moraal meebrengen aan de start. Je moet je eerlijkheidshalve afvragen welke Fransche renner over de nodige kracht beschikt als de Deen en de Sloveen het op een duel aan laten komen. We gaan er uitgebreid voor zitten! (met versnaperingen natuurlijk)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten