Van Arras naar Amiens, over mythologie, oorlog en vrede

Het was kil ontwaken vanmorgen in Chipilly, het mag dan een charmante dorpje zijn en die 178 inwoners zijn allemaal even vriendelijk, maar die vissers zijn een stelletje malloten. Om 4 uur liepen ze al langs voiture, echte liefhebbers hoor, met knipperlichten op de dobbers en een alarmsysteem voor als er een vis aan de lijn trekt. Nee, Uw reporters nachtrust is niet lang geweest. Op het oog was de vijfde rit van Arras naar Amiens een doorsnee etappe. Qua koersverloop werd ook niet heel veel bijzonders verwacht, maar dat dachten we gisteren ook. Misschien zou het gewoon een groepje avonturiers worden dat de hele dag voorop rijdt, om in de slotfase plaats te maken voor een spetterende massasprint. Afgezien van het groepje werd het dan toch nog een sprint. Het manneke uit Engeland verloor, alweer.

Ik was net een beetje in slaap gelummeld, het zal zo tegen half negen geweest zijn, toen er op de bus werd geklopt. Ik schrok wakker en zo ook een van de laatste schilfers verf op de voiture, waardoor ik eigenlijk die kleur omschrijving van groen naar roest moet bijstellen. De Portugese APK-keurmeester zal me er in januari wel weer op aanspreken; "Este nao Verde e outras, este outras e verde! Nou ja, de verf staat al een paar jaar te wachten in kast, na de Tour dan toch maar eens de kwast te hand nemen. Met enige moeite opende ik de schuifdeur. In de dauw van de vroege morgen en de laag hangende zon, zag ik, of verbeelde ik me, dat ik het silhouet van Aphrodite zag. De zonnestralen schenen door, een nat, zijden gewaad, mijn ogen staarden naar een fragiel lijfje dat zich aftekende als ware het een wet-t-shirt competitie. Of ik zin had in een ontbijtje. Het zal de discussie met de twee dames over Griekenland geweest zijn, gecombineerd met de wijn die we nuttigden, die me deze mythologische beelden in de vorm van een kater voorgespiegelde. Na een paar seconden realiseerde uw onraadreporter zich dat de zon recht op z'n manisch depressieve gestalte scheen en maakte me er met een grapje vanaf, over een marmeren Hercules en het ontsnappen aan de Pauselijke afhakdagen van weleer. Ze moest lachen, Wassila, en liep op haar blote voeten terug naar het chaletje.

Het ontbijt was perfect, veel zwarte koffie en een discussie over oorlog en vrede. Dat de mensheid niet veel leert, zich weinig wenst te herinneren en dat het gros van de campinggasten geen idee had in wat voor historisch belangrijke omgeving ze zich bevonden. De etappe van vandaag voerde namelijk door de streek waar honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog zijn meest verschroeiende sporen achterliet. Reden voor de Tourorganisatie om dit in stijl te herdenken. Kort na het vertrek uit Arras klommen de renners naar de Notre-Dame-de-Lorette, de grootste nécropole van Frankrijk. Het naastgelegen monument Anneau de la Memoire gedenkt 600.000 man, zowel Geallieerden als Duitsers, die tijdens La Grande Guerre in deze buurt hun laatste adem uitbliezen. Voormalig Tourwinnaar François Faber was een van hen.

Na de vreugde om de tweede ritzege van André Greipel volgde enige vorm van ontnuchtering in het kamp van Lotto-Soudal. De verdere deelname van Thomas De Gendt staat immers flink op de helling. De eeuwige aanvaller kwam vandaag al na 12 km ten val en haalde maar krampachtig de finishlijn in Amiens, bijna 180 km verderop. Na afloop ging het meteen richting ziekenhuis, waar een rib breuk en een kneuzing aan de schouder werden vastgesteld. Gewoon door gereden, zoals ze bijna allemaal doen. Nee, 't zijn geen halfzachte voetballertjes die bij een blaar op de kleine teen op het veld liggen te kronkelen en daarna weken in therapie moeten, vooral psychologisch wat mij betreft. Morgen wordt beslist of de 'Schorpioen van Semmerzake' in de Tour blijft.

Ook Michael Albasini  van Orica-GreenEdge verschijnt morgen niet meer aan de start van de zesde etappe. De 34-jarige Zwitser liep bij een val een breuk in zijn linkerarm op. Hij reed de etappe nog wel uit en kwam als 169e over de streep, weer zo'n bikkel. Onderzoek wees echter uit dat hij een breuk in zijn linker bovenarm opgelopen heeft, waardoor zijn Tour er meteen opzit.


"Iemand met jouw loon moet altijd in staat zijn een of meerdere Tourritten te winnen", had manager Patrick Lefevere, u weet wel, die man waarvoor de veiligheid van renners maar een bijzaak is, tegen 'Cav' gezegd vooraf aan de etappe voor de nodige druk. Wordt het Cavendish allemaal wat te machtig? Sleept de contractverlenging aan? Hoe dan ook. Vandaag uitte Lefevere de wens om Kittel én Degenkolb in zijn ploeg te hebben aan de zijde van Martin. Uw onraad reporter zou het de mannen afraden. Voor ze het weten gaan ze tegen de vlakte in een training en fietst de voltallige ploeg, inclusief ploegarts gewoon door. Nee, geen leuke meneer die Lefevere, een wielerbaas uit een tijdperk waarvan we dachten dat het tot het verleden zou zijn gaan horen.

Het peloton kwam vandaag langs het Canadian Memorial of Vimy, op de plek waar 3600 Canadezen bij een gevecht in april 1917 het leven lieten, en het was zeker niet de enige gedenkplaats die gepasseerd werd. Na Péronne, westwaarts richting Albert, reden de helden op de ijzeren paarden dwars door het slagveld dat de Slag aan de Somme aanrichtte. Op 1 juli 1916 mislukte een Britse aanval op de Duitse stellingen volledig. Die ene dag kostte bijna 28.000 soldaten het leven. In de drie maanden die de slag daarna nog duurde, liep dat aantal op tot meer dan een miljoen. Daarmee is het een van de bloedigste strijden in de geschiedenis van de mens. Het resultaat? We hebben er niets van geleerd, daarover waren Stientje, Wassila en uw verslaggever het roerend eens. Het zal wel laat worden vanavond, over politiek zijn we nog lang niet uitgepraat. Ik moet er ook nog achter zien te komen waarom de dames zoveel pruiken, zonnebrillen en hoofddeksels met zich mee sjouwen. Ahwel, misschien weet ik daarover morgen meer... soms kan wat rode wijn wonderen verrichten. Voor nu beste Tourvrinden, até Manha!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten