Eindelijk een verslag van Karel, hij is weer op het vaste land!

Ahwel beste tourvrienden, dit verslag zal u wat later bereiken dan de bedoeling was.
Nee, uw reporter is niet lui, heeft zich ook niet volgegoten met alcoholische drank maar moest nu eenmaal eerst op het vasteland geraken. Wat een sprint was dat maandag niet? Voor uw verslaggever was het net alsof hij er met de neus boven op zat. Waarschijnlijk heeft de verrekijker die ik van een alleraardigste oude vrouw mocht lenen daar toe bijgedragen. Jawel. De reis naar Londen was een simpele treinreis. Ik had verwacht dat de trein vol zou zitten met “commuters” maar de coupe was akelig leeg!

Bij aankomst stond er een cordon aan bobby's die zo'n opkomst klaarblijkelijk ook niet hadden verwacht. Het duurde dus even voor ik aan de beurt was om me aan de betastingen van een beambte te onderwerpen. Ze vonden zo'n dikke winterjas nog al verdacht, maar later op de dag kreeg ik dan toch mijn gelijk. Om eerlijk te zijn stond ik daar een beetje verloren tussen die massa en wilde eigenlijk al weer omkeren toen een man in een zwart pak mij vroeg even met hem mee te lopen. Dat deed ik, al ware het alleen al omdat hij een paar collega's bij zich had die er niet na uitzagen dat ze vol begrip of zelfs maar in de stemming waren om een discussie aan te gaan.

Enige tijd later zat ik op een bankje in een, van top tot teen met marmer beklede, gang zoals je die wel ziet in gerechtsgebouwen en musea. Dor de zwart geblindeerde ramen had ik het gebouw niet van buiten kunnen zien, maar het beloofde niet veel goeds. Eerst dacht ik nog dat het de Nederlandse Ambasade zou kunnen zijn, maar ieder teken van nuchterheid bleek afwezig. Mijn laptop werd tot op de laatste bit onderzocht, mijn camera zelfs uit elkaar geschroefd. Eenmaal in een soort van Roy Donders huispak gehesen, dat leek op een afdankertje uit een overgebleven partij handel, werden al mijn bezittingen meegenomen en ik dus naar dat bankje verwezen, zonder uitleg, en slechts het bevel daar te blijven zitten. Nu, dat duurde en duurde en daarmee verdween ook de hoop om nog iets te zien van de etappe aankomst. De zwarte pak mannen staken af en toe hun hoofd uit een knierpende deur om te zien of ik er nog zat. Nee, er werd me niets te drinken aangeboden en de enige onderbreking van de stilte was een streng kijkende typmiep die me kwam vragen of ik wel eens van ene Chapalure had gehoord. “Da's een collega”. legde ik uit. Het enige dat ze zei was: “Hmm, met zulke collega's heb je geen vijanden meer nodig”. Jawel, een goede verstaander heeft maar een halve zin nodig om de strekking van de situatie te begrijpen.

Het zal na zo'n anderhalf uur geweest zijn toen er een oude dame langs kwam lopen. Ze keek me aan en liep verder, maar na 40 langzame stappen, die haar 3 meter van me verwijderde, draaide ze zich om. Waarom ik daar zat, waar ik vandaan kwam en waarom ik niet naar die bliksemse Tour de France aan het kijken was. Ik wist niet waarom ik daar zat, kom uit Portugal speciaal on die Tour de France te bekijken. “Follow me young man”, zei ze op statige toon. Ik probeerde haar uit te leggen dat ik daarmee tegen de wil van die donkere zonnebrillen dragende mannen  in ging, en dat leek me geen veilige gedachte. Daar had ze niets mee te maken en eerlijk gezegd kwam dat er nogal overtuigend uit. Ik liep achter haar aan, haar kleine pasjes weerklonken als tromgeroffel in de galmende lange hal. Een paar minuten later opende een man in een, zoals we dat thuis noemen, apenpakje de deuren naar een balkon.

En zo, beste tourvolgers, zag ik Marcel Kittel winnen door de buizen van een verrekijker. Het leek me het beste om zo snel mogelijk terug te gaan naar het bankje in de hal, ik wilde tenslotte het lot niet tarten en hoopte dat zwarte pakken niets gemerkt hadden. De oude dame liet dat echter niet toe en toen na enige ogenblikken de deur open ging kwam er een leuk uitziende jonge vrouw de kamer binnen met mijn persoonlijke bezittingen. Of ik haar maar even wilde volgen. In de kamer er naast bevond zich een hemelbed, er lag een dooie beer op de grond en de wanden waren beplakt met posters van allerlei grimmig kijkende mannen en vrouwen, een beetje oude en gammele goud geschilderde meubeltjes complementeerde het geheel dat op mij een wat kitscherige indruk maakte. Aan de andere kant van de kamer was nog een deur en daarachter bleek zich een badkamer schuil te houden. Na een kwartiertje stond ik fris als een Spaanse hagelbui in mijn eigen kloffie.

Tijdens een kopje thee en wat koekjes verontschuldigde de oude dame zich voor de dwangmatige manier waarop ik van de straat gehaald was, maar in deze boze wereld van afluisterende Amerikaanse agenten en het volk opruiende blonde Hollanders konden ze niet anders dan iedere aanwijzing tot ondermijning van het gezag serieus te nemen. “Maar”, zo verzekerde ze me, “ik zorg er persoonlijk voor dat u op tijd in dat koningshuisloze land aan de andere kant van het kanaal geraakt om uw verslaggeving voort te zetten.”  Enige tijd later zat ik naast de jonge dame, die me mijn kleren terug bezorgt had, in dezelfde limousine waarmee het hele voorval begon. De oude dame wuifde ons vriendelijk na.

“Na U”, zei de jonge vrouw, die me toch wel bekend voorkwam. vriendelijk toen we onderaan een vliegtuigtrap stonden. Beste tourvrienden, uw reporter vloog voor de eerste keer in een privéjet het kanaal over. Terwijl Mart Masterdont uren de tijd had om, op de rand van het eiland, zijn tunnelvisie te vervolmaken, zat uw verslaggever met een drankje in een lederen zetel hoog boven de wolken. Pas na de landing en de wandeling, waarbij mijn bagage automatisch in mijn schaduw bleef in de handen van een vliegveld medewerker, realiseerde ik mezelf waar we aan de grond waren gekomen. Zaveltem Belgie. “Hier is een treinkaartje naar Lille”, zei ze, “met nogmaals de verontschuldigingen”. Pas toen ze wegliep herkende ik haar.

Uw reporter was tegen alle verwachtingen in dus op tijd aan de meet. En ja hoor, wederom Kittel!

Vanaf nu wordt het weer improviseren. Vandaag brengt de etappe ons in Arenberg. Niki Terpstra start vandaag als een van de favorieten voor de rit winst tijdens de  kasseienrit die zich immers aandient een als gouden kans voor 'klassieke renners' zoals Terpstra. Gisteren kwam Terpstra dus ten val, allemaal feiten die uw onraadreporter dus ook maar in de krant moet lezen en daarom hoopt op een wifi verbinding vandaag om de etappe via een livestream te kunnen volgen. Vele klassementsrenners vrezen nu al de weersomstandigheden, en willen vooral blessures vermijden, maar Terpstra lijkt eerder enthousiast. "Ik heb nog nooit Parijs-Roubaix in de regen gereden, dus dat wordt iets nieuws voor mij. Het lijkt me wel leuk", hoorde ik hem in de plofkap van een opdringerige Masterdont collega zeggen.

Nou, het was koud afgelopen nacht op dat bankje in het Centraal Station. Gezellig was het wel, 7-1, Gelukkig is de stationsrestauratie al vroeg open en hebben ze hete koffie en een wifi-hotspot, waardoor ik in de gelegenheid ben gesteld u eindelijk van mijn Engeland avontuur te berichten. Ik wens iedereen een geweldige Tourdag, bekijk de etappe lekker thuis voor de buis, droog, warm en onder het genot van bijvoorbeeld boerenkool met rookworst, het is tenslotte een herfstachtige dag hier in de Tour. Uw verslaggever ging opzoek naar vervoer, het budget is zo goed als op en het openbaar vervoer hier schrikbarend duur vergeleken met thuisland van mij en de wereldkampioen. Vanuit een trein die door een druilerig donker landschap rijdt, Boa Tarde!
PS; Een oproep en smeekbede aan de firma Zaagblad: Stuur bijdrage, stop. Ben radeloos, stop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten