Het Peloton snelt vandaag in de etappe naar Andorra la Vella opnieuw de bergen in. Over een afstand van ruim 191 kilometer beklimmen de renners vier Pyreneeëncols, dus het belooft een belangrijke dag te worden voor de klassementsrenners. Gisteren bleek de, door uw verslaggever, omschreven noodzaak van Mollema om zich te laten zien aan de kop van de wedstrijd een welkome uitkomst van de voorspelling. Vandaag beginnen we zoals elke dag weer bij nul. Natuurlijk heeft de ene renner het wat rustiger aan gedaan in de afgelopen week, om vandaag te kunnen schitteren, de ander om deze dag gewoon te “overleven”. In het schilders dorp Céret, in het dal van de Tech, wordt het startsein gegeven. Onder anderen beroemde kunstenaars als Pablo Picasso, Georges Braque en Juan Gris verbleven hier korte of lange tijd. Het wordt dan ook wel het Mekka van het kubisme genoemd, een weetje voor een van de vaste lezers van de Tourgazet Plagiato, die zich waarschijnlijk allang heeft ingelezen over “De Portugees”, het eerste schilderij van Braque waarin de gestencilde belettering zijn intrede deed. Volgens Georges Braque vertegenwoordigt de belettering een overgang tussen synthetisch kubisme en analytisch kubisme, maar de renners, met uitzondering van Bauke Mollema, zullen slechts in de cijfers geïnteresseerd zijn die de stijgingspercentages en kilometers aangeven vandaag.
Over wielrennen in zwart-wit, de bezemwagen, valsspelen en George Braque.
Bauke Mollema
heeft gisteren de veertiende etappe in de Tour de France gewonnen. Ouderwets
gewonnen! Geen computer op de fiets, geen display met informatie over geleverde
wattages, bloeddruk en hartslag. Bauke fietst in de traditie van het roemruchte
wielrennen, Bauke fietst in “zwart/wit”. De Groninger kwam na een spetterende demarrage
uit een 14 renners tellende kopgroep, solo, na een heroïsche inspanning van
meer dan veertig kilometer alleen aan in Quillan. We zagen ook Wout Poels nog
een paar keer sprinten voor het bergklassement en op de Côte de Galinagues de Canadees
Woods uit z’n wiel rijden maar daarna was het helaas gedaan met de energie van
de Nederlander. Bauke Mollema zou zijn tweede ritzege in de Tour de France
boeken, nadat hij in 2017 ook al eens de beste was in Le Puy-en-Velay. Bau en
Lau waren deze week op die manier weer eens herenigd, beide een overwinning,
beide op hun typisch eigengereide manier.
Gisterenavond werden
we verblijdt met een bijzondere tafelgast in de Avondetappe. Kenny van Hummel –
Hummeltje – is nog altijd de eerlijke wielrenner, de nuchtere Hollander en
idool van menige Tourvolger in de twee jaren dat hij Parijs probeerde te halen.
Hoe vaak zagen we hem voor de bezemwagen uit pedaleren, vermoeid, afgepeigerd
en tot de laatste meter happend naar de Peijnenburg koek die Karel Kettingkast
met een hengel aan de laatste wagen in de Tourkaravaan had bevestigd. Het waren
glorie jaren, ook voor uw onraadreporter.
In schril
contrast met de passie en overlevingsdrang van Hummeltje, staat de mentaliteit
van de het enfant terrible van de Fransche wielersport, Nacer Bouhanni. Hij
komt regelmatig negatief in het nieuws en ook in deze aflevering van de Tour is
dat niet anders. De Franse sprinter was weliswaar al enkele keren dicht bij een
overwinning in deze Tour, maar dat is nu slechts bijzaak. Op camerabeelden is
te zien hoe Bouhanni geholpen wordt door de volgwagen van zijn ploeg Arkéa-Samsic
op de Mont Ventoux, waardoor hij onreglementair binnen de tijdslimiet kon
aankomen. Met Hummeltje (en andere rode lantaarndragers) in gedachte, een
competitie vervalsende manoeuvre, die zoveel onrecht doet aan al die, met
minder klimtalent bedeelde, renners in de staart van het peloton. Bouhanni
heeft er een handje van om, bij gebrek aan snelheid, talent en oprechte
wieler mentaliteit, zich door vals spelen, gevaarlijk gedrag en zelfs collega
verneukende capriolen, te handhaven. Hij werd door de Internationale Wielerunie
UCI voor twee maanden geschorst na een gevaarlijk manoeuvre tijdens de GP van
Cholet. Bouhanni kwakte er, in een sprint, Jake Stewart in de hekken. De
Fransman, stond tot 7 juni aan de kant, en het was niet het eerste vreemde
manoeuvre van Bouhanni in volle sprint. Hij werd ervoor ook al meerdere malen
gediskwalificeerd voor zaken die niet door de beugel kunnen. Tijd om eens een
puntensysteem in te voeren zodat zulk soort “wielrenners” kunnen worden
verbannen uit het peloton!
Vanuit de start
krijgen de renners meteen de eerste klimmetjes voor de wielen met de Col de
Llauro en de Col de Fourtou. Het zijn slechts opwarmertjes voor de beklimmingen
die later in de etappe volgen, de Montée de Mont-Louis, de Col de Puymorens, de
Port d’Envalira en de Port d’Envalira op 2.408 meter hoogte. Daarna volgt een
lange afdaling die uiteindelijk uitkomt in Andorra la Vella, de aankomstplaats
van deze etappe. De renners rijden echter niet helemaal naar beneden, want in
Encamp slaan ze rechtsaf naar de vele haarspeldbochten van de Col de Beixalis. Na
de top is het via Anyós nog 14,5 kilometer naar de meet, en de tweede, voor
vele renners welverdiende rustdag van de Tour. (Dat geeft uw reporter de
gelegenheid om die dag te besteden aan de afronding van het spierenspaltende
project der laminaatleg kunst). We kijken uit naar de aanval van Jumbo-Visma renner
Vingegaard, een geweldige dag voor klassementsrenner Wilco Kelderman, een Pogačar
met menselijke trekjes en een kopgroep met Kruijswijk en Poels. De
werkelijkheid zal wellicht minder Hollands Nationalistisch zijn, we zullen het
zien… ze gaan van start!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten