Vrijdag 10 en Zaterdag 11 Juli

Bom Dia vrienden van Ted en Felix,

Op deze tweede zondag van deze Tour de France wordt voor de derde dag op rij de Pyreneeën bestegen. In de rit van Saint-Gaudens naar Tarbes zullen 'slechts' 160.5 kilometer afgelegd moeten worden. Wel liggen onderweg twee welbekende bergen uit de ronde: de Col d'Aspin en de Col du Tourmalet. De vraag is echter wel of de klassementsrenners hier goed naar voren zullen komen aangezien de afstand tussen de laatste top en de aankomst vrij groot is.

Uw verslaggever is na een paar rustige dagen op de camping in Andorra, vanmorgen aangekomen in deze drukke stad. Natuurlijk heb ik daar met alle aanwezige de tour gevolgd, maar het lood in mijn vingertoppen weerhield me van een reportage. Was het niet omdat uw reporter niet lijfelijk aanwezig was, dan wel de teleurstelling over de prestaties van zijn favorieten. Natuurlijk, hulde aan Contador!

Uitgerust en vol verwachting bevind ik me aan aan de linkeroever van de Adour. Het is hier niet bepaald een toeristenstad en met uitzondering van twee voormalig beroemde inwoners valt er niet veel te zeggen over Tarbes. De stad heeft twee beroemde inwoners gekend: Placide Massey, tuinarchitect en werkzaam in o.m. de tuinen van Versailles en Maarschalk Foch die Frankrijk heeft laten zegevieren in de Eerste Wereldoorlog.

Ik zit hier aan een tafeltje, midden in het centrum in Jardin Massey. Het leven is hier net weer uit de donkere nacht ontstegen, en waar ik ook kijk, zie ik aangelijnde honden. Het ochtendritueel bestaat hier uit het inkopen van een vers stokbrood en het laten ontlasten van de viervoeter. Op z'n Fransch, ik mag denk ik wel zeggen dat ik het mag zeggen, ja ik zeg het, is dat geen onaardige aanblik. De dagelijkse zaken worden hier met net iets meer flair voltooid. Ondanks de wat kille wind die door de stad blaast, gaat imago en bling bling hier voor de praktische handelingen. Zelf het uitlaten van de pikinees of herder is hier verheven tot een flanage van schoonheid en haute-coiture.

Placide Massey (1777-1853) was ooit directeur van de parken van Versailles, e.a. Hier in het park werd het woonhuis van Massey ingericht als museum. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, is me verteld dat het museum vooral toegespitst is op de Hussards of Huzaren. Dit zijn lichte cavalleriekorpsen die hier gekazerneerd waren. In het museum moet er ook nog een afdeling schilderijen en archeologie zijn. Maar ondanks dat ik de tijd heb, is de zin in cultuursnuiven er nu even niet.

Een wat ouder man, waarmee ik zojuist al een gesprek had, maakte me op onduidelijke wijze duidelijk dat hij vroeger ook in de tour reed! Niet als renner, maar als waterdrager. Tegenwoordig doen ze dat op de motor, scherend langs de renners met een koelbox vol water en cola. In de vroege jaren van de tour ging dat anders volgens hem. De slingerende bewegingen waarmee hij zojuist wegreed op zijn 80 jaar oude fiets, zet me echter aan het denken.

Vandaag moeten er nog twee bergreuzen beklommen worden. De eerste veertig kilometer is nog vrij vlak, maar na een sprint in Sarrancolin moet de eerste berg beklommen worden. Dan wordt er namelijk geklommen naar de Col d'Aspin. Na een dertien kilometer lange afdaling naar Sainte-Marie-de-Campan begint de klim naar de legendarische Col du Tourmalet. Na een lange en steile afdaling volgt ook nog een lang vlak stuk. Het lijkt dus geen ideale situatie om verschillen te maken in het klassement. Het vlakke stuk naar Tarbes is namelijk ongeveer vijftig kilometer. Eigenlijk begrijp ik niet veel van het parcours, de reden om naar de Pyreneeën te komen was toch altijd de finish "berg-op".

Terwijl Uw reporter zijn ogen laat vallen op een viervoeter, hoopt hij dat dit wellicht ook de dag zou kunnen zijn voor iemand van de Rabobank. De bankploeg rest niets meer dan gaan voor ritzeges en bijvoorbeeld Laurens ten Dam probeerde in een eerder stadium in de Pyreneeën al in de kopgroep mee te gaan. Als hij mee zit is hij bergop zeker één van de beteren. Juan Antonio Flecha liet naar Saint-Girons al zien dat hij in vorm is. En wellicht kon Oscar Freire wel sprinten voor een etappe als er weinig gebeurd bergop.

Maar vlak voor de Tour gaf Van Houwelingen, ploegleider bij Rabobank, een kritisch interview in het AD. Daarin beweerde hij dat hij bang was dat de renners bij Rabobank zich in de voorbereidingskoersen op de Tour zo hard moesten knokken voor een plek in de Tourploeg, dat ze zich over de kop hebben gereden. Hij vergeleek het voorjaar van dit jaar met de voorbereiding op de Tour. In voorbereiding op de Vlaamse klassiekers reden de Rabo’s sterk en in de wedstrijden waar het er echt om ging zag je ze niet. Datzelfde scenario lijkt zich nu weer te voltrekken. Er gaat iets goed fout bij Rabobank en meneer Knebel is de man die na de Tour maar eens flinke beslissingen moet durven nemen.

Wel wielervrienden, we zullen het zien!
Uw verslaggever gaat hier eens een lekker ontbijt tot zich nemenen wenst u een prettige wielerzondag!

Karel Kettingkast

Geen opmerkingen:

Een reactie posten