12, 13 en 14 juli

Beste wielervrienden,

Uw verslaggever had het weer eens bij het rechte eind. Mijn besluit om lekker te genieten van de rust in de komende week van de tour is vandaag als een blok aan het wiel komen binnen schuiven in de ronde. Op de rustdag heb ik samen met een nieuwe reisgenoot (waarover later meer), besloten om naar Colmar af te reizen, en u vanuit daar mijn bevindingen te doen toe komen. Heerlijk via de Wijnroute, lekker relaxt. Vandaag heb ik een heerlijke wandeling gemaakt, net zoals de renners in de tour. De morgen begon in Ribeauvillé dat langs de Wijnroute ligt. Het was vandaag het vertrekpunt van mijn wandeltocht van 9 kilometer langs de drie burchten van Ribeauvillé. Een middeleeuwse wandeling door heuvels en wijngaarden!

Ik bezocht Saint Ulrich, deze burcht werd in de 11e eeuw gebouwd en overzag de strategische route tussen de vlakte van de Elzas en het dal van de Lièpvre. Een romaanse vestingtoren steekt boven de ruïnes van het deels gerestaureerde bouwwerk uit. Op de PDA zag ik een peloton met me opwandelen, geloof me, ik ging sneller dan de TV beelden.

Daarna kwam de burgt Girsberg op de route, deze 13e-eeuwse burcht wordt ook wel Petit-Ribeaupierre genoemd. De burcht lijkt zich vast te klampen aan de rots waarop hij werd gebouwd. Na een blikseminslag in 1288 viel de burcht door een opeenvolging van gebeurtenissen tot in de 17e eeuw steeds in andere handen. Vervolgens stond de burcht leeg. Vandaag de dag zijn er alleen nog ruïnes van over, waaronder een grote vijfhoekige vestingtoren. Het terras biedt een weids uitzicht over Ribeauvillé en de vlakte van de Elzas. Ik moest natuurlijk bij het lezen van al deze informatie gelijk denken aan de flitslichten langs de brede rug van Mart Smeets. Ik begrijp echt niet hoe hij met een stalen gezicht vriendelijk blijft doen, tegenover een over het stalen ros getilde ploegleider. We eten het eigenlijk wel, het gaat Smeets natuurlijk ook alleen maar om 3 weken vakantie in Frankrijk, en zichzelf belangrijk voelen tussen de meneeren.

Het verhaal gaat dat twee broers die bij elkaar in de buurt woonden regelmatig samen op jacht gingen. De ene broer woonde in Girsberg, de andere in Saint Ulrich. Op een goede dag besloot een van de broers de ander te wekken door een pijl op zijn luik af te schieten.Zijn broer stond op dat moment nèt op het punt zijn luiken te openen en werd dus gedood. Sindsdien, zo zegt men, hoor je er tijdens hevige wind de moordenaar op zijn paard galopperen en roepen “Ik heb mijn broer vermoord!”
In gedachten zag ik 15 Skoda's met ploegleiders in volle vaart Frankrijk verlaten; "We hebben de tour vermoord". De Tour is niet te vermoorden, misschien slechts onaantrekkelijker te maken. Het enigste dat ze hebben bereikt is dat hun slaven nu niet alleen mond dood zijn, maar ook geen eigen ogen en oren meer hebben.
Renners die pas op de pedalen gaan staan als het ze door hun ploegleider wordt opgedragen, die zelf geen beslissingen durven nemen, en die niet eens een mening hebben.

De derde burgt op de route was Haut-Ribeaupierre, deze voor het eerst vermeld in 1084en is zo de oudste van de drie burchten van Ribeauvillé. De burcht wordt ook wel 'Altenkastel' genoemd en biedt een prachtig uitzicht over de vlakte van de Elzas en op de bergkammen van de Vogezen. De burcht wordt momenteel gerestaureerd. De imposante ronde vestingtoren heeft de tand des tijds goed doorstaan. De middeleeuwse burgten die ik vandaag heb bezocht, waren toepasselijk gezien de etappe van vandaag.
Niet omdat het al op de omgeving van de Fogezen leek, maar om de middeleeuwse praktijken die de ploegleiders er op na houden. Slaven die opdrachten uitvoeren, zonder vragen of kanttekeningen. Jonge mannen die je op de dunne bandjes over een hels parcour kint sturen, en met gevaar voor hun leven een tijd proberen neer te zetten. Dat alles in het belang van hun ploeg. Nee, niet te verwarren met sportploeg, want daar gaat het allang niet meer over. Ik erger me dood....

De komende dagen verblijf ik met m'n reispartner (waarover later meer) in Colmar, de hoofdstad van de Elzasser wijn. Proeven lijkt me voorlopig de enigste dagindeling die nog zin heeft. Het plaatsje biedt de intimiteit van een gemiddelde stad, gepaard met een opmerkelijk rijk patrimonium en esthetische harmonie. In de oude stad waande ik me vanmiddag bij elke oogopslag te midden van een levensgrote prentkaart. De gekleurde en opvallend goed bewaarde vakwerkhuizen vormen een overgrote meerderheid. Maar ook aan de inwendige mens wordt gedacht door de talrijke traditionele tafeltjes op elke straathoek.

Morgen verblijf ik natuurlijk in het “Kleine Venetië”, in volledige harmonie met de hele oude stadskern. Als Cultuurliefhebber zal ik, behalve een bezoek brengen aan het museum Unterlinden ook mijn hart ophalen in het museum Bartholdi, de in Colmar geboren ontwerper van het Vrijheidsbeeld.

Ja, natuurlijk heb ik een hotel kamer. Het hotel ligt midden in de stad, heeft 3 sterren en heet Saint-Martin. Ik vond de naam wel gepast, en vertaalde hem vandaag natuurlijk in Sint Maarten, want die Ducrot heeft wel een goede instelling. In iedergeval heeft hij meer verstand van wielrennen dan Mart Smeets en alle huidige jonge renners te samen. Hij is verdorie menselijker dan Armstrong, al zijn ex-vriendinnen en ploegleider kunnen opdiepen uit hun donder.

Vanaf het terras aan de Grand'Rue, midden in het historische hart van het oude centrum van Colmar, tussen de kathedraal van St Martin en het oude douanehuis, geniet ik van een heerlijk glas wijn. Met de laptop op tafel en tegenover mij m'n huidige reisgenoot (waarover later meer), type ik u dit verslag.

Colmar werd gesticht in de 9e eeuw. Op een oorkonde uit 823 staat de stad vermeld als Columbarium, Latijn voor duiventoren. In 1226 werd Colmar een Vrije Rijksstad. In 1354 trad de rijksstad Colmar toe tot de Tienstedenbond van de Elzas. In 1632 werd de stad veroverd door het Zweedse leger, dat er twee jaar bleef. In 1678, met de vrede van Nijmegen, kwam de stad bij Frankrijk. In 1791 werd hier het bestuur van het departement Haut-Rhin gevestigd.

Bij het einde van de Frans-Duitse oorlog in 1871 kwam Colmar bij Duitsland. In 1918 werd het weer Frans, en in 1940 werd het bezet door Duitsland. In 1945 werd Colmar als laatste Franse stad door de geallieerden bevrijd.

De geschiedenis van Colmar bestaat dus uit een strijd over wie de macht in de regio zou hebben. Het lijkt het huidige wielrennen wel. Iedereen doet een greep naar de macht. Ja, het zit uw verslaggever hoog. Het is fantastisch om de tour te volgen, maar het Sport element is ver te zoeken. De enigste prestatie die in de buurt komt van oude Helden uit deze ronde was voor de rustdag die van de kleine Hummel.
Op die inzet en wilskracht werd hij vandaag zowaar zevende!

Straks gaan we nog even in de Saint-Martin. In de dominicanerkerk bevindt zich het schilderij Madonna in de rozentuin van Martin Schongauer. We branden een kaarsje. Niet voor de tour, maar voor de terugkeer van sportiviteit en zelfbeschikking in het wielrennen. Vanavond slaap ik in een heerlijke kamer, het zal laat worden voor mijn reisgenoot (waar over later meer) en ik zullen onderdompelen in dromen van vroegere berg-etappes en voormalige helden. Ik ben bang, dat er deze tour geen held zal opstaan. Er zal wellicht iemand winnen, met of zonder EPO, met of zonder EGO.

Uw reporter heeft tijd genoeg om voor vrijdag de tafel te plaatsen als de tour hier aankomt. Mijn reisgenoot zal me de vragen in fluisteren via een "oortje", die heeft nu éénmaal meer interview ervaring dan ondergetekende. Ahwel wielervrienden, ik wens u morgen toch een spannende etappe. Wij volgen alles hier via de flatscreen in de lounge, samen met 40 ander hotelgasten.

Karel Kettingkast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten